Het gebouw
Het raadhuis werd gebouwd in 1792. ln 1925 werd het gedeeltelijk verbouwd en in 1971 geheel verbouwd tot kantoorpand. De bakstenen geveI met bordes is in de classicistische bouwtrant uitgevoerd. Middenrisaliet met ingangspartij en de zijdelen van de gevel zijn gevat tussen pilasters, terwijl het middenrisaliet wordt bekroond door een fronton. De dakruiter met koepeltje en een klok is uit 1763.
In de burgemeesterskamer staat een eenvoudige marmeren schoorsteen en in de secretarie een kastenbetimmering (uit plm. 1780). De locatie aan de zijde van de kerk hangt samen met de open plek die hier was aansluitend op de begraafplaats rond de St. Martinuskerk. Door de aanleg van het stadhuis ontstond ook het straatje ten westen van het stadhuis richting kerk, kerkhof en pastorie.
Het raadhuis is een rijksmonument.
Bestuursfunctie
Het raadhuis was in 1900 het bestuurlijke centrum van Princenhage en zijn wijde omstreken. Het staat niet voor niets vlak naast kerk en pastorie, samen maakten ze de officiële dienst uit.
Er was in 1900 geen algemeen stemrecht. De helft van de mannen mocht niet stemmen, omdat ze niet genoeg belasting betaalden of te weinig verdienden. En vrouwen al helemaal niet. Het gemeentebestuur werd ook niet gekozen maar aangesteld van hogerhand. Het hielp als je vrienden had van goede stand om daar in te komen.
Het is maar de vraag of de bevolking zich veel aantrok van officiële bestuurlijke regels, het was veel meer de sociale controle die het dorp bij elkaar hield.