Het Huis van Oom Cent

De oom van de schilder Vincent van Gogh, met dezelfde naam, werd door Vincent ‘Oom Cent’ genoemd. De jonge Vincent bezocht in zijn jeugdjaren zijn oom regelmatig. Oom Cent deed verschillende pogingen om zijn losbandige neef aan een ‘fatsoenlijke’ baan te helpen, maar alle pogingen faalden en ze raakten gebrouilleerd.
Oom Cent kwam in 1870? nadat hij flink fortuin had gemaakt in de schilderijenhandel naar Princenhage en ging wonen in de Doelenstraat. Vanuit die woning regelde hij een ingrijpende verbouwing van dit pand aan de Haagweg, hij kocht aanpalende percelen, dempte sloten, waarna hij een tuin van bijna 2 hectare had.
Over Vincent en zijn oom is genoeg geschreven, dat hoeven we hier niet over te doen. We focussen ons daarom op minder bekende aspecten van Oom Cent: zijn tuin.

Die was zo groot als hele bebouwde kom van Princenhage. Hij bestond uit twee gedeelten, een siertuin (onder) en een -voornamelijk- moestuin (boven in de afbeelding), die gescheiden werden door een pad ter hoogte van de huidige Esserstraat.
Om van het ene gedeelte in het andere te komen had Oom Cent een voetbrug laten bouwen zodat de familie niet met de mensen in aanraking hoefde te komen dat via het pad op de akkers ging werken.

Vlak achter het huis had de familie een kas. (Eenzelfde kas staat nog steeds even verderop op de Haagweg bij de Druijvelaar).
De familie van Gogh had veel personeel, onder wie een tuinman, die op het landgoed zijn woning had. (Na de dood van Oom Cent nam die de leiding over het landgoed zo dominant over dat Mevrouw van Gogh een paar jaar naar elders verhuisde, maar dat is weer een heel ander verhaal).

In de siertuin lagen een aantal vijvers, hoogstnoodzakelijk omdat het een drassig gebied was (en nog steeds is).
Een zicht vanuit de moestuin op een van de vijvers:
bron: werkgroep Haagse Beemden